Het is een schande dat gebrek aan financiering E-health remt
13 oktober 2020 – door Gerard Boschman, Executive Director bij Intramed
Een fysiek consult bij een fysiotherapeut was gedurende de lockdown nagenoeg onmogelijk. Hierdoor waren online consulten tijdelijk the way to go voor deze beroepsgroep en hun patiënten. De voordelen werden al snel duidelijk. Het grootste voordeel is dat videoconsulten een enorme efficiëntieslag teweegbrengen voor beide partijen. Toch lijkt de situatie inmiddels terug te keren naar het oude normaal waarin een afspraak in de praktijk de standaard is. De oorzaak? Een belabberde financieringsconstructie. Het is tijd dat het Zorginstituut Nederland en de overheid hun verantwoordelijkheid nemen en zorgdragen voor een toekomstbestendig financieringsmodel voor blended therapy.
Blended therapy: win-win
Blended therapy, de behandelaanpak die bestaat uit zowel fysieke als online consulten, kent veel voordelen voor zowel zorgverlener als patiënt. Allereerst bespaart de zorgverlener tijd doordat videoconsulten de administratieve druk verlagen. Daarnaast duurt een videoconsult vaak korter dan zijn fysieke broertje, waardoor ruimte voor nieuwe patiënten ontstaat. Om te bepalen hoeveel ruimte, biedt een rekenmodel uitkomst. Op basis van onder andere het aantal therapeuten in de praktijk, het uurtarief en het aantal behandelingen, kan exact worden berekend hoeveel extra patiënten geholpen kunnen worden als een bepaald percentage van de consulten online plaatsvindt. Stel dat iedere praktijk tien procent van de consulten online doet. Dan zorgen alle 21.000 fysiotherapeuten in Nederland er samen voor dat ze ruim 80.000 meer patiënten kunnen behandelen. Een enorme winst die ervoor zorgt dat fysiotherapeuten de groeiende zorgvraag beter aankunnen. Ook zorgen videoconsulten voor minder verkeer in de praktijk en zijn ze beter voor het milieu.
Een bijkomend voordeel is dat fysiotherapeuten zelf ook flexibeler worden. Zeker in coronatijd biedt dat uitkomst. Bij verkoudheidsklachten kan een therapeut niet naar de praktijk komen, maar dankzij videoconsulten kan hij een deel van de patiënten toch blijven helpen. Zo wordt voorkomen dat het ziekteverzuim, net als in zorginstellingen, verder oploopt en dat fysiotherapeuten te maken krijgen met een achterstand vanwege ziekteverzuim.
Efficiënte behandeling voor patiënten
Blended therapy betekent voor patiënten dat zij efficiënter behandeld worden. Het type consult wordt immers afgestemd op hun zorgvraag waardoor ze alleen naar de praktijk hoeven te komen als dit echt nodig is. Dit scheelt reistijd maar ook stress als mensen bijvoorbeeld tijdens werktijd een afspraak hebben. Ook werkgevers hebben hier baat bij.
De waarde van een videoconsult
Hoe zit het dan met vergoedingen? Voor een normale zitting fysiotherapie in de praktijk geldt de zogenaamde code 1000. Een videoconsult voldoet niet aan deze eis en hiervoor krijgt een therapeut dus een lagere vergoeding. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft deze regeling tijdens de lockdown verruimd en verzekeraars zijn hierin meegegaan, waardoor een videoconsult tijdelijk ook onder code 1000 valt. Hoewel het mooi is dat deze verruiming voor nu is verlengd tot 31 december 2020, vallen fysiotherapeuten daarna in een zwart gat. De verruiming wordt weer ingetrokken, waardoor het leveren van digitale zorg financieel onaantrekkelijk wordt. Ook wekt de lagere vergoeding bij patiënten de indruk dat een videoconsult van mindere kwaliteit is. Niets is minder waar, maar het heeft wel tot gevolg dat videoconsulten waarschijnlijk bijna niet meer plaatsvinden na het intrekken van de verruiming. Sterker nog: we zien dat het aantal online consulten zelfs nu al is afgenomen naar één procent, terwijl dit vijftien tot twintig procent was in april.
Groeiende zorgvraag opvangen met blended therapy
Het is toch eigenlijk een schande dat de opkomst van e-health blijft steken, omdat de financiering hiervan roet in het eten gooit? Aangezien blended therapy, als de voorwaarden goed zijn, voordelen biedt voor alle partijen, moeten alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid nemen om digitale zorg te stimuleren. Nu roepen beleidsmakers wel op om meer e-health in te zetten, maar ontbreekt het aan maatregelen om dit daadwerkelijk te stimuleren. Sterker nog: het gaat zelfs ten koste van de inkomsten van fysiotherapeuten. Hier ligt vooral een taak voor het Zorginstituut Nederland en de overheid om te werken aan een structureel betere financiering, zodat fysiotherapeuten alle ruimte hebben om de zorg te leveren waar ze goed in zijn. Zo ontstaat er ruimte om de groeiende zorgvraag op te vangen